Rechterlijke uitspraak over verstrekking persoonsgegevens van een B-donor voor 1 juni 2004
Op 2 juni 2021 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een rechtszaak waarin donorkinderen vroegen om de identificerende gegevens van de man met wiens zaadcellen zij verwekt zijn. Het betrof een zogenaamde B-donor. Dat is een donor die in het verleden, toen er nog geen wetgeving was, heeft aangegeven dat zijn persoonsgegevens verstrekt mogen worden als het donorkind zestien jaar is. Deze rechterlijke uitspraak heeft gevolgen voor de behandeling van alle aanvragen om persoonsidentificerende donorgegevens door donorkinderen van een B-donor. Wel moet eerst de wet nog worden aangepast.
Kinderen die op of na 1 juni 2004 met behulp van een donor zijn verwekt, kunnen gegevens over de donor opvragen bij de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb). Vanaf zestienjarige leeftijd kunnen zij ook de persoonsgegevens van de donor opvragen (naam, geboortedatum en woonplaats). Sdkb verstrekt hen deze gegevens, ongeacht of de donor daar toestemming voor geeft, tenzij de donor zwaarwegende belangen heeft die dit verhinderen. Dit is zo geregeld in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb).
Vóór 1 juni 2004 konden donoren en klinieken afspreken dat de donor anoniem zou blijven (de zogenaamde A-donoren). Dat is, sinds de Wdkb van kracht is, niet meer toegestaan. Donorkinderen die vóór 1 juni 2004 zijn verwekt kunnen bij de Sdkb wel een aanvraag doen voor de persoonsgegevens van de donor. Sdkb kan de gegevens dan echter alleen aan het donorkind verstrekken als de donor daarmee instemt. Als de donor toestemming weigert, mag Sdkb de gegevens niet verstrekken. Dit is wettelijk bepaald en geldt ook als er sprake is van een B-donor die op zijn eerdere toezegging terugkomt en alsnog toestemming weigert.
De rechtbank Den Haag heeft nu geoordeeld dat Sdkb in deze zaak ook zónder toestemming van de donor de identificerende gegevens aan de betreffende donorkinderen mag verstrekken. Als B-donor heeft hij immers met de kliniek afgesproken dat zijn gegevens bekend mochten worden. De donor moet van de rechtbank wel gelegenheid krijgen zwaarwegende belangen aan te dragen die maken dat de gegevens niet verstrekt zouden kunnen worden. Sdkb moet deze belangen dan beoordelen. Daarmee wordt een B-donor van vóór 1 juni 2004 gelijkgesteld aan donoren van na 1 juni 2004.
Gevolgen van de uitspraak voor andere donorkinderen
De uitspraak van de rechter heeft gevolgen voor andere donorkinderen die vóór 1 juni 2004 met behulp van een B-donor zijn verwekt. Ook voor hen kan gelden dat de gegevens van de B-donor door Sdkb verstrekt mogen worden, ook zonder toestemming van de donor, op grond van de afspraken die hij indertijd met de kliniek maakte. Hiervoor moet wel eerst de Wdkb worden aangepast, om te regelen dat de Sdkb wettelijk toegang krijgt tot de medische informatie die nodig is voor de beoordeling van dergelijke aanvragen.
Het Ministerie van VWS bekijkt nu hoe de wet zo aangepast kan worden dat de aanvragen van donorkinderen in dezelfde situatie als in de rechtszaak, net zo behandeld kunnen worden als de rechter in de uitspraak aangeeft. Totdat de wet gewijzigd is, blijft gelden dat Sdkb aan kinderen die verwekt zijn vóór 1 juni 2004 alleen persoonsgegevens kan verstrekken als de donor daar toestemming voor geeft.
Naar verwachting wordt het voorstel tot wijziging van de Wdkb in 2022 behandeld in de Tweede en Eerste Kamer. Als de gewijzigde wet van kracht is geworden, heeft Sdkb de mogelijkheid om aanvragen van donorkinderen met een B-donor die in het verleden zijn afgewezen, opnieuw in behandeling te nemen.
De uitspraak heeft geen gevolgen voor donorkinderen verwekt ná 1 juni 2004. Deze kinderen kunnen vanaf 16 jaar altijd bij de Sdkb de persoonsidentificerende gegevens van de donor opvragen. De Sdkb verstrekt hen dan deze gegevens, tenzij de donor zwaarwegende belangen heeft die daaraan in de weg staan.
Wilt u meer lezen over wat de rechter precies gezegd heeft in de uitspraak, lees dan hier verder.